Bij Zorg & Natuur koopt u rundvlees van grasgevoerde runderen. Maar wat betekent grasgevoerd eigenlijk? Het heeft, zoals de term al doet vermoeden, alles te maken met het voer van de runderen. Vervolgens heeft dit dieet invloed op de smaak, structuur en voedingsstof verhoudingen in het vlees. Wij leggen niet alleen graag het verschil uit, maar vertellen u ook wat over onze kudde en het voordeel van grasgevoerd natuurvlees.
Het dieet van grasgevoerde runderen
Runderen zijn echte grazers. Ze eten dan ook voornamelijk grote hoeveelheden gras en kruiden. In de winter vullen ze dit graag aan met kruiden, bladeren van braam, takken en twijgen. Doordat een rund vier magen heeft, kan het dier gras goed verteren. Kippen, varkens en bijvoorbeeld mensen hebben één maag en kunnen dit niet zo goed. Bovendien kunnen ze als herkauwer licht giftige stoffen zoals blauwzuren uit vlierenblad of vogelkers-blad ook verteren.
Het dieet van graangevoerde runderen
Runderen die niet vrij grazen, maar bijvoorbeeld op stal of deels in het weiland staan, zijn grofweg te scheiden in vlees- en melkkoeien. Naast gras (of kuilgras) kunnen ze bijgevoerd worden met graan, maïs en soja, gerst… ook wel bekend als krachtvoer.
Hoe meer krachtvoer een melkkoe krijgt, hoe sneller ze groeien en hoe eerder het dier meer melk geeft. Er wordt voor melkkoeien gezocht naar de perfecte balans in het dieet tussen verteerbaarheid en stimulerende voedingsstoffen voor een hoge melkopbrengst. Een melkkoe wordt gemiddeld 6 jaar oud en geslacht zodra de opbrengst niet meer rendabel is. Het vlees wordt voornamelijk gebruikt voor gehakt.
Vleeskoeien worden met krachtvoer gevoerd zodat het dier sneller groeit en volgemest raakt voor slachting. Het krachtvoer dat voor graangevoerde runderen nodig is, zoals soja en graan wordt vaak geïmporteerd omdat dit goedkoper is of omdat het in Nederland niet verbouwd kan worden.
Hoe zit dit met de runderen van Zorg & Natuur?
De runderen van Zorg & Natuur zijn niet per definitie vlees- of melkkoeien. Wij zetten ze in om grotere natuurgebieden te begrazen en het landschap hiermee in balans te houden. De runderen eten dan ook voor minimaal 95% gras. Onze runderen geven alleen melk aan hun kalveren.
Een deel van de kudde wordt in het natte gedeelte van het jaar (december-maart) op stal gezet. Simpelweg omdat er niet in alle natuurgebieden voldoende voedsel is en/of omdat het natuurgebied te nat is en de dieren de grond zullen vertrappen. Op stal staan ze op stro en krijgen ze kuilgras gevoerd. Dit is een geconserveerde vorm van gras dat in de zomer is verwerkt. Daarnaast kunnen ze resten uit de biologische landbouw gevoerd krijgen, zoals bieten of aardappelen. Onze runderen krijgen absoluut geen maïs, graan of soja en grazen dus vooral hun eigen voedsel bijeen.
Onze vrouwelijke runderen leven zo’n 17 jaar in sociale kuddes. De stieren en ossen leven plusminus 4 jaar. Een sociale kudde bestaat doorgaans uit vrouwtjes, kalveren en een stier óf een kudde met alleen maar stieren. De balans in kuddes wordt behouden door af en toe een dier te slachten. Vervolgens gebruiken wij uit respect voor het dier alle delen. Van kop tot staart.
Lees meer over waar ons vlees vandaan komt.
Wat voor invloed heeft het dierenvoer op het vlees?
Het dieet van een koe heeft, in samenhang met het dierenwelzijn, alle invloed op het vlees. Het meest aanmerkelijke verschil in het vlees tussen grasgevoerde en graangevoerde runderen zit hem in de omega vetzuren. Vlees van runderen die voornamelijk gras hebben gegeten is rijker aan omega 3-vetzuren.
Daarnaast is het vlees van onze dieren qua dooradering minder vet dan het vlees van met krachtvoer gemeste soortgenoten. Ook heeft ons vlees een lager cholesterolgehalte dan andere soorten rundvlees.
(O)mega voordeel grasgevoerd vlees
Eerder vertelden we al dat het vlees van runderen die vooral gras hebben gegeten rijker is aan omega 3-vetzuren dan vlees van dieren die vooral granen krijgen gevoerd. Bij grotendeels grasgevoerde runderen, verhoogde het omega-3 gehalte van het vlees met 60%.
Daarnaast is de verhouding tussen omega 6 en omega 3 gunstiger. Regulier rundvlees bevat verhoudingen van 4:1 6:3. Grasgevoerd rundvlees laat een verhouding zien van 2:1 6:3. Zowel grasgevoerd als graangevoerd vlees bieden een acceptabele verhouding van 6:3, maar die van grasgevoerd vlees licht dichter bij het ideaal van 1:1 (French et al., 2000; Duckett et al., 1993; Marmer et al, 1984; Wood and Enser, 1997).
Het dieet van een rund kan de vetzuursamenstelling dus flink veranderen. De hoeveelheid vet in rundvlees is wel variabel. Dit is afhankelijk van het exacte dieet en het deel van het rundvlees. Metingen binnen de longissimus-spier van het dier variëren van 40 tot 100 mg per gram weefsel (French et al., 2000; Duckett et al., 1993).
Wanneer het vetgehalte standaard is, zou een portie grasgevoerd rundvlees 88,5 mg omega-3 opleveren. Dit is ongeveer 13% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor EPA/DHA. Bij regulier rundvlees is de schatting 54,6 mg of 8% van de ADH omega 3.
Wat zijn omega vetzuren?
De omega 3, 6 en 9 vetzuren behoren tot de onverzadigde vetzuren, de ‘gezondere vetten’. Sommige meervoudig, onverzadigde vetzuren kan ons lichaam niet zelf aanmaken en kunnen we verkrijgen met voeding. Dit maakt omega essentiële vetzuren.
Omega 3
Omega 3 is te onderscheiden in alfa-linoleenzuur (ALA) uit plantaardige oliën en eicosapentaeenzuur (EPA) en docasahexaeenzuur (DHA) vetzuren uit dierlijke voeding. De vetzuren in roodvlees zijn ALA vetzuren en niet de EPA of DHA. Ons lichaam is echter in staat om vanuit ALA-vetzuren zelf kleine hoeveelheden EPA en DHA vetzuren aan te maken. Voor een optimale inname van omega vetzuren zou u dit kunnen aanvullen met producten die dierlijke vetzuren van nature bevatten zoals vette vis (haring, makreel, zalm), schaaldieren, schelpdieren en eieren.
Omega 6
Omega 6 is ook een meervoudig onverzadigd vetzuur, met als belangrijkste vorm linolzuur. Het is een essentieel vetzuur omdat het lichaam deze niet zelf kan aanmaken. Ook hierbij zal het dus volledig uit voeding gehaald moeten worden, net zoals ALA bij omega 3.
Goede voedingsbronnen van omega 6-vetzuren zijn onder andere walnoten, paranoten, pecannoten, cashewnoten, zonnebloempitten, pinda's, chiazaad, lijnzaad en sesamzaad. Daarnaast zit er veel linolzuur in zonnebloemolie, margarine, maïsolie en sojaolie.
Waar zijn omega 3 en 6 goed voor?
Omega vetzuren ondersteunen verschillende processen in ons lichaam. Wat doen omega vetzuren allemaal?
Hart: EPA en DHA vetzuren uit omega 3 dragen bij aan een normale werking van het hart.
Gezichtsvermogen: DHA wat in omega 3 zit helpt om goed te kunnen zien en ondersteunt de conditie van het netvlies.
Hersenen: DHA is ook goed voor een normale hersenwerking. Het vetzuur uit omega 3 is een bouwsteen voor het functioneren van de hersenen.
Cholesterolgehalte: Linolzuur in omega 6 helpt bij de instandhouding van een normaal cholesterolgehalte in het bloed en het LDL-cholesterol te verlagen. Dit is belangrijk voor de hart- en bloedvaten. Dit voordeel heeft omega 9 ook.
Groei baby: DHA ondersteunt de ontwikkeling van ogen en hersenen van een ongeboren kind tijdens de zwangerschap. Daarna is het via borstvoeding ook goed voor de baby om voldoende DHA binnen te krijgen.